Factoranalyse
-
Hoe bepaal ik of het aantal factoren (op basis van eigenvalue’s) te veel zijn ?
Je kunt in principe gebruikmaken van het Kaiser-Guttman-criterium of de scree plot-methode.
Bij factoranalyse representeren eigenwaarden de hoeveelheid variantie die door elke factor wordt verklaard. Factoren met eigenwaarden groter dan 1,0 worden beschouwd als factoren die meer variantie verklaren dan een enkele waargenomen variabele. Volgens het Kaiser-Guttman-criterium dienen factoren met eigenwaarden groter dan 1,0 behouden te worden.
De scree plot-methode is een methode waarbij de eigenwaarden worden uitgezet tegen het aantal factoren. De plot vertoont gelijkenissen met een steile helling van een heuvel, of “elleboog”. De scree plot kan helpen bij het identificeren van het punt waarop de eigenwaarden afvlakken. Dit wijst op het aantal factoren dat behouden moet worden. Normaliter worden factoren vóór het punt van afvlakking als significant beschouwd. Factoren na dat punt worden als minder belangrijk beschouwd.
Voor de bepaling van het aantal factoren op basis van de scree plot, moet je de plot analyseren en het punt van inflectie identificeren. Daar waar de helling van de eigenwaarden verandert van steil naar vlakker. Het aantal factoren dat overeenkomt met de “elleboog” wordt doorgaans beschouwd als het optimale aantal factoren om te behouden.
Welke beslissing je neemt over het aantal factoren dat behouden moet worden hangt ook mede af van je kennis van het domein en het onderzoeksdoel.
- Je dient ingelogd te zijn om te kunnen reageren.